E-loos Hooglied

Uit Leapedia
Ga naar: navigatie, zoeken

Kus mij toch, oh kust jouw mond mij toch

Jouw lust voor mij is duur zacht sap

jouw huid drupt langs mijn mond als fruit

ik snuif jouw naam, als walm van goud


Als nog maagd, zo zucht ik naar jou

drijf mij van mijn plaats, haast mij naar jouw huis

Juich nu, zing om ons

prijs uitzinnig, als Lazarus na wijn

ik was jong, maar wist van jou


maar ik, maagd van Raaf,

zo zwart als ik, ik was zo zwart, zo mooi

Als dat spanhuis van Kadar

als Salomons spanhuis


Ik, zo zwart als ik, minacht mij nooit

mijn huid is zwart van zon

maar mama’s zoon was hard voor mij

hij dwong mij, hij sprak: zorg voor druif, zorg voor wijn, zorg voor tuin

maar ik minacht mijn tuin


krijs jouw antwoord nu tot mij, mijn schat, mijn vrucht

waar graast jouw kalf, waar graast jouw schaap?

Waar rust jouw kalf dan ’s middags?

Ontdool mij! Ontdool mij!

langs zo’n vlucht van kalf, van lam, langs maat, kornuit, kompaan.


hij zong voor mij:

gul aai ik jouw wang

duur staal aan jouw hand

praal schijnt van jouw hals

ik vorm wat puntig goud voor jou


maar fraai stuk hart,

mijn prachtig paard voor farao,

ontspoort jouw pad naar mij?

volg dan mijn ram, mijn kalf, mijn lam

naar baan waar waakspul is

gun daar dat rund wat rust.


Nu lig jij daar, op jouw matras

mijn gras zingt vol van zin

maar jij, mijn schat, mijn dot van hars,

jij slaapt aan mijn borst

mijn bron, mijn oog, mijn lust, mijn bok

maar jij, mijn schat, jij schminkt mij rood