50 statements van een zelfvoldane schrijver

Uit Leapedia
Versie door Koksroommandarijn (Overleg | bijdragen) op 23 jun 2015 om 20:41

(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
Ga naar: navigatie, zoeken

Statements van een zelfvoldane schrijver.

Beste Lea, dit is een leuke stijloefening. Zoals je zelf waarschijnlijk ook wel hebt gezien, zijn niet alle statements even goed. Neemt niet weg dat ik de poging waardeer. Ga nog even door, maar kijk in het vervolg wat kritischer naar je eigen werk. Je zou je daarbij ook nog eens kunnen afvragen wat het precieze aantal van deze oefeningen moet zijn. Waarom 50? Waarom geen 100? Je kent het boekje van Queneau, hij nam er 100. Neem maar van mij aan dat hij er nog veel meer heeft geschreven tot hij tot zijn selectie kwam.

1 Ik kan, al zeg ik het zelf, best aardig schrijven. Het is niet onwaarschijnlijk dat zeker een bepaald deel van mijn werk uit schrijven bestaat.

2 Schrijven, al zeg ik het zelf, lukt me vrij aardig. Zeker tien, twintig of veertig procent van mijn werk bestaat uit schrijven.

3 Het is iets dat ik best goed kan, dat schrijven. Een redelijk tot niet onaanzienlijk groot deel van mijn werk bestaat uit schrijven.

4 Schrijven, ik zegt het je, dat zit gewoon in mijn bloed. Bloed kruipt waar het niet gaan kan, zo kruipt het over mijn werk als een intkvlek.

5 Als een vis in het water voel ik me met een pen in de hand. Vlug als water bestrijkt het schrijven een deel van mijn werk.

6 Waar tekens woorden en zinnen vormen, daar ben ik van de partij. Een flinke partij van mijn werk bestaat uit schrijven.

7 Ik schrijf. Ik schrijf goed. Ik schrijf veel. Ik schrijf een deel van mijn werk.

8 Omdat men mij een goede schrijver acht, kan het niet anders dan dat een deel van mijn werk geschreven is.

9 Omdat men mij een goede schrijver acht, vermoedt men dat een deel van mijn werk is geschreven.

10 Omdat ik nu eenmaal zo goed kan schrijven, kan het niet anders zijn dan dat een deel van mijn werk schrijvend tot stand is gekomen.

11 Aangezien ik niet veel anders kan dan wat behoorlijke teksten schrijven, ben ik veroordeeld tot schrijven als deel van mijn werk.

12 Om de hele wereld het plezier van het schrift te laten kennen heb ik de taak op mij genomen om te tonen hoe goed en plezierig ik kan schrijven. Deel voor deel zal ik laten zien dat schrijven een deel van mijn werk is.

13 Goede teksten schrijven, dat is mijn lust en mijn leven, mijn alfa en omega, mijn passie, mijn hobby, mijn missie, mijn roeping, mijn lot, mijn bestemming, mijn beatrice, mijn verlossing, mijn redding, mijn hel, mijn wedergeboorte en mijn queeste, eeuwigdurend, mijn ondergang, karma, onthechting, verlangen, lijden, strijd, donkere nacht, mijn hoop, verlies, bijgeloof, succes, mijn vervulling. Na deze opsomming kan ik niet anders dan opmerken dat zeker een deel van mijn werk uit schrijven bestaat.

14 Tussen de ruwe internettaal val ik op door mijn eloquente taalgebruik. Wie er aandacht voor heeft zal zien dat een deel van mijn werk uit schrijven bestaat.

15 Ow wereld, neem toch eens de moeite om mijn briljante teksten te lezen! Ik zeg u, dat zeker een deel van mijn werk uit teksten zal bestaan.

16 Spoedig zal men overal mijn briljante teksten lezen. Rijen dik zal het volk wachten bij de boekhandel en de appstore zal overbelast zijn door de vraag naar mijn laatste teksten. Altijd al bestond een groot gedeelte van mijn werk uit teksten.

17 Als jullie nou niet gauw mijn goede teksten gaan lezen, dan breekt de pleuris uit en verandert iedereen in een zoutpilaar. En ik kan je verzekeren, dat is geen pretje. Dat mijn werk altijd al voor een deel uit teksten bestond hebben jullie zeker weer niet opgemerkt he.

18 En nu moet iedereen als de sodemieter mijn briljante teksten gaan lezen. Een groot deel van mijn werk bestaat uit tekst, je hebt nog wat te doen.

19 Sufkop! Als je mijn richtinggevende teksten had gelezen, dan was dit niet gebeurd. Niet getreurd, er zijn nog veel meer teksten.

20 Ik hoor zeker in het rijtje briljante schrijver thuis. Sterker nog, ik heb nog zoveel teksten, dat ik zelf het hele rijtje briljante schrijvers kan zijn.

21 Het is moeilijk te bepalen welk deel van mijn werk precies uit teksten bestaat, maar aangezien ik geen ongetalenteerde schrijver ben, kan worden aangenomen dat het een flink deel is.

22 Wie mij niet lees is gek. Wie de rest niet leest is ook gek. Of nog gekker. Of wordt vanzelf gek.

23 Rozen verwelken, schepen vergaan, mijn goede teksten blijven altijd bestaan. koeien paarden, mensen sexten, wat ik voorbracht bestaat uit teksten

24 Ik kon al schrijven voordat ik liep!. Moet je nagaan hoe goed ik nu ben. Ik ben de tel kwijt geraakt, dat kan ook niet anders als je zoveel schrijft, dus ik weet niet meer precies hoeveel ik heb geschreven.

25 Nee, het is niet met de paplepel ingegeven. Allemaal eigen talent hoor. Tijdens de paplepel corrigeerde ik mijn moeder al, kun je nagaan. Bibliotheken puilen uit door mijn teksten, die een groot deel van mijn werk vormen.

26 Hoewel er eerder wel aardige schrijvers zijn geweest, waarvan deze of gene onze literaire smaak ook zeker ten goede heeft bijgesteld, denk ik toch dat ik een aparte klasse vorm. Het is tijd voor een nieuw elan, schrijvend ben ik de sleutel tot een nieuw literair aanvoelen. Het oude is voorbij, ingehaald door de tijd, dus door mij. De precieze omvang en impact kunnen vandaag de dag nog niet vastgesteld worden, wel is het zeker dat dit specifieke deel van mijn werk, het schrijven dus, een enorme invloed zal gaan hebben.

27. Scribendum est! Daar gaf ik gehoor aan en goed ook. Mijn werk is doorspekt met schrijven.

28 Eigenlijk zou ik een eigen lettertype moeten hebben, of wellicht een eigen schrift. Ik ben te groot voor wat er reeds bestaat. Binnen nu en niet te lange tijd moet dit gerealiseerd worden. Mijn teksten breiden zich steeds verder uit.

29 Zelfs als je niet bewust weet dat je mijn teksten mist, kan ik je garanderen dat je ze mist. Slechts in delen wordt het duidelijk.

30 Als ik niet had bestaan, dan zou het schrift zinloos blijken. Slechts door die delen van mijn werk vindt het schrift weer zin en bestaansrecht.

31 Mij is verteld dat het schrijven me wel ligt. Dat komt goed uit, een deel van mijn werk bestaat uit schrijven.

32 Schrijven maakt mij onsterfelijk. Mijn woorden zullen alle komende generaties nog gehoord en gelezen worden. Hoeveel van mijn werk bestaat uit teksten zal slechts langzaam, met geduld, ontrafeld worden.

33 Zelfs als ik in het geheim een kleine notitie maak is het een meesterwerk. Of het nu opgemerkt wordt of niet.

34 ik kan overal over schrijven, van hamlap tot fopsjop, ik draai er mijn hand niet voor om. Van kookroom, naar bultrug en graftak, over tabblad en inktvisring, u roept maar. Stoephoer en rotmof vind ik zelf wat onaardig, maar zelfs daar kan ik wat mee. De gemene deler in mijn werk is vaak heus niet zo gemeen als op het eerste gezicht lijkt.

35 Huurt u mij rustig in. Vaardig tover ik de variaties uit de hoed. Komt dan zien! Zelfs het konijn lijkt beschreven te zijn

36 welig tierende woorden, die zich niet storen aan mensen en hun grenzen, aan verstierende factoren of bruusk oponthoud. de welgevallige lijn beschrijft pijn en lotgevallen, het toeval in het bijzonder. in mijn tuin bloeien asters en een heester, maar ik ben vooral meesterlijk met de pen in niet te verdelen stukken, niet uiteen te rukken flarden, ontwar je mijn werk.

37Mijn God, ik ben zo leeg vandaag. Mijn pen weigert. Iedereen is tegen mij. Zeg dat je mij niet verlaat. Laat de spotters zwijgen. Ik ben het toch die je gekozen had? Mijn werk zal tot in de verste hoeken van de wereld te lezen zijn, als jij mij zegent.

38 Naar de hel, alle vervloekten, ik kan tenminste schrijven. De vlammende pijlen van mijn werk zullen jullie raken, maar je weet niet waar te zoeken.

39 We waren met twee, maar slechts één kon de beste zijn. Du coors die doot du liets mi tleven. Leef jij maar voort in teksten, ik kan ze tenminste nog schrijven, al is het maar een onderdeel van…

40 Je bent koud als een keukenrek en even saai als roestvaststaal. Geen zin waardig. Gelukkig heb je mij, ik maak er nog wat van. In mijn werk worden bijzaken hoofdzaak, bijeengebracht door het schrift.


41 ik ben echt wel goed hoor, maar jij wil het steeds niets zien. wacht maar tot ik ontdekt word. Dan zou je willen dat je mijn aantekeningen nog had.

42 Kun je nou verdomme niet eens je bek je bek houden als ik wat voorlees? Ik schrijf hier wel geschiedenis, ja. schatje, ik heb goud in handen.

43 En onze lieve Lea doet wat met taal! Ja, toch? En ze gaat een belangrijk boek uitgeven! En ik hoop dat jullie het allemaal gaan kopen!

44 Zou jij dat nou niet willen? Wat? Een spannend boek schrijven en goed verkopen? Pulp voor verveelde huisvrouwen? Nee, dat bedoel ik niet. Ik bedoel iets met verdieping. Pulp met een beetje echt? Wat psychologisch gewauwel. Naah. Geen zin in. Literatuur of de zondvloed. De rest wordt wel schoongewassen, ik hou stand.

45 Stinkende trol met je vieze pantoffels, waarom staat nu nog steeds mijn schrijftafel niet goed? Ik had je toch gezegd dat er wat te gebeuren stond. Weg nu, verdwijn. Mijn werk verdraagt jouw geuren niet, rot op, mijn teksten zijn voor de eeuwigheid, niet voor jouw aardse bezoedeling.

46 jij vies goor stuk vreten, met je onmogelijk te verdragen mondlucht, kom niet in mijn buurt, ik hoop dat je je hebt laten testen voor je überhaupt deze ruimte ging betreden, je zweren laten al vuile sporen na op het tapijt, ik vraag me af hoe je je hier durft te vertonen, kom niet aan met je rare praatjes, ik geloof er niets van, je wilt gewoon in mijn schitterende nabijheid zijn, je wilt dat er iets van mijn talent op jou afstraalt, nou vergeet het maar, het is van mij, hoor je, van mij. Niemand komt in mijn richting, niemand kan mij evenaren. Wat ik nalaat, kun jij nooit bevatten. En nu weg hier.

47 ik droomde van je, je was zo mooi en lief. je liet me niet meer los en ik schreef het allermooiste voor je. de hele wereld was vervuild door jouw schoonheid. Je dreef me tot het uiterste van mijn kunnen, voorbij genialiteit. duizendmaal heb ik geschreven hoe ik je terug zou vinden, en nooit weet ik of het lukt.

48 ik hou van je pukkeltjes en jij houdt van mij je fouten met d-tjes toch lig je aan mijn zij

je woelt in mijn bed en je roept: ik kom snel maar ik ben de schrijver, en verander het spel.

verzet je nou niet, want ik ben de beste mijn spel met jou is een empathische geste bedenk dan hoezeer mijn tekst wordt beloond en jij nu echt tot anonieme minnaar wordt gekroond.

49 Liefje, nee. Ja, echt ik hou van je. En ik hou ook van je als je verdrietig bent. Echt, ik kan er tegen en lijd met je mee. Je geeft me ook geen kans om te zeggen hoeveel ik van je hou. Want ik hou wel van jou hoor. Maar je wilt het niet horen. Ik heb het je al vaker gezegd. Er staat niemand tussen ons he. Ik zie het wel hoor, ik zie je lachen. Kom, geef me een kus. Zie je he, we’re cool now? Dan kan ik weer gaan schrijven. De wereld wacht op mijn teksten.

50 Laat iedereen gewoon even gauw de tering krijgen. Ik ben gewoon de beste schrijver. En de relatie met mijn werk: joh, zoek het lekker uit.