Brief aan Bas en Jan

Uit Leapedia
Ga naar: navigatie, zoeken

Beste Bas en Jan, dit had nooit een geprinte versie moeten zijn. Het is namelijk geen boek. Het heeft geen begin en geen einde. Misschien wil je er een begin en einde in zien, dat is prima, maar het is niet iets wat ik er in heb gestopt. Het is ook niet af, maar het is ook niet zo dat het niet-niet af is. Dat klinkt als een tautologie als je Wittgenstein zou volgen, “het regent en het regent niet”, maar goed, toen Wittgenstein dat schreef kon hij nog niets vermoeden van deze tijd. Misschien moet ik niet spreken over “niet af”. Misschien kan ik beter zeggen: het is nog niet beëindigd. Ik streef niet naar één punt. Ongoing zoals ze dat in het Engels zeggen, ik weet niet of er een treffende vertaling in het Nederlands is. Het is het duurt steeds voort. Alle teksten dragen de mogelijkheid in zich om uitgebreid en herzien te worden. De inhoud kan ook ontkend of verwijderd worden en een tegenstrijdige redactielaag kan zeer welkom zijn. Dat is iets dat de tijd kan uitwijzen of verbloemen. Je bent vrij in hoe je dat wilt lezen. Je kunt het lezen en het ontstaan zien als een hermeneutisch proces, maar dat hoeft niet, er gezien de korte tijd ook nog niet echt over een ontstaansgeschiedenis te spreken. Mogelijk zitten er tekstlagen in die niet van mij zijn. Plagiaat, allusies en leugens zijn niet uitgesloten, maar zullen niet altijd toegelicht worden. Daarbij weet je nooit precies wat je waar hebt gehoord of gelezen, misschien is er sprake van cryptomnesie of juist het omgekeerde.

Ik weiger een vaste hoofdstuk-indeling te maken. Liever suggereer ik geen verbanden, geen opvolgingen. Elke indeling zou tekort schieten en een andere mogelijke indeling of opvolging uitsluiten, en associaties al bij voorbaat teniet doen.

Niet alles hoeft gelezen te worden, sla gerust wat delen over en kies wat je bevalt. Wie alles heeft gelezen kan menen “het complete beeld” te hebben. Helaas, dat is er niet. Dat staat nog los van het voort-durende karakter van dit werk. Ook als ik besluit dat ik het project beëindig is er nog geen compleet beeld.

Het spijt mij zeer jullie aan te moeten spreken als lezer. De teksten zijn namelijk niet gemaakt om te lezen. Alle teksten moeten kunnen worden uitgevoerd, opgevoerd worden, uitgesproken worden. Een letter op papier is in dit geval dood, of in ieder geval: nog zonder leven. De letters samen, als tekst, hebben de mogelijkheid iets te worden, en in dit geval: met een adem en een stem. Dat is niet alleen voor een individuele lezer. Om de geschiedenis wat slordig samen te vatten: ooit was er een orale cultuur, er waren sprekers en luisteraars, en soms in wisselende rollen. In een orale cultuur is wat er gesproken wordt gericht op de herinnering, de zin wordt zo gevormd dat de luisteraar zich kan onderdompelen in de structuur die de verteller hanteert en daardoor ook weet wat er gaat komen. Zelfs een voor ons lastige structuur met bijzinnen (in bv klassieke teksten) is daarop gebaseerd. Wij kunnen die niet meer volgen omdat we die vertelcultuur niet meer hebben, dat zeg ik trouwens zonder nostalgie. Plato meende dat de cultuur door de opkomst van het schrift te lijden zou hebben, maar hij heeft niet geheel gelijk gekregen. Het schrift als agens functioneert prima. Maar er mist iets. Waar ooit hardop gelezen werd, leerde Augustinus zijn volgelingen om in stilte te lezen. Niets mis met die contemplatieve manier, maar waarom zijn we nu alles stil gaan lezen?

Het enige dat we nu over hebben is de zang, al waarderen we die vaak ook niet als zang of muziek, want dan moet er weer over de tekst ‘zelf’, wat we als ‘inhoud’ zien, gesproken worden, het theater (waar we naar kijken, maar geen deel van uitmaken), en dan zijn er nog andere voordrachten, zoals de poëzie. Maar daarbij is ook weer zo, je bent of de spreker, of de luisteraar.

De lezer – de spreker in potentie – kan een eigen route bepalen. Zou ik helemaal geen mogelijkheden daarvoor geven, dan zou het een vrijblijvend geheel worden. Voor een deel is het ook vrijblijvend, zoals eerder gezegd, lees (en spreek uit dus, of stel je voor hoe de tekst uitgevoerd wordt) wat je blieft. Tegelijkertijd is dit ook niet helemaal waar. Ik zou de mogelijkheden van deze teksten ontkennen als het allemaal onverschillig zou zijn. Er zijn mogelijkheden om met deze teksten om te gaan. In de geprinte vorm zijn die niet goed weer te geven. Ik kan alle losse delen categoriseren, op basis van de meest uiteenlopende overeenkomsten; woordlengte, anekdote, peren, grote voeten, linguïstiek, perfomance, katten, Augustinus, knalgaslamp etc.

Voor deze geprinte versie gaat dat te ver. Het werk zal uiteindelijk getoond worden in een Wikipedia-achtige omgeving. Eindeloos doorklikken op alles, of waar je dan net zin in hebt. Daarnaast komt er ook een ‘random’ mogelijkheid. Net zoiets als de Ubu Generator, “geef mij maar iets”. En daarnaast komt er ook nog een aleatorische mogelijkheid, werp een dobbelsteen – het pseudo zelf kiezen – waarin er op basis van getallen of categorieën iets voorgeschoteld kan worden.

Verder wil ik opmerken dat er naast het ontbreken van een vaste hoofdstukindeling ook conclusies ontbreken, evenals definities (behalve bij de lexicografische beschrijving van logomanie, die bestaat uit 56 pagina’s, ik heb dat een bijlage genoemd, maar die tekst kan evengoed uitgevoerd en opgevoerd worden), al zal ik soms wel wat spreken over definities, die zijn niet altijd even bruikbaar, daarnaast weiger ik een onderscheid te maken tussen hoofd- en bijzaken, ik vind dat namelijk geen bruikbaar onderscheid.