E-loos Hooglied: verschil tussen versies
(Nieuwe pagina aangemaakt met 'Kus mij toch, oh kust jouw mond mij toch Jouw lust voor mij is duur zacht sap jouw huid drupt langs mijn mond als fruit ik snuif jouw naam, als walm van goud Als...') |
|||
Regel 1: | Regel 1: | ||
− | Kus mij toch, oh kust jouw mond mij toch | + | Kus mij toch, oh kust jouw mond mij toch |
+ | |||
Jouw lust voor mij is duur zacht sap | Jouw lust voor mij is duur zacht sap | ||
+ | |||
jouw huid drupt langs mijn mond als fruit | jouw huid drupt langs mijn mond als fruit | ||
+ | |||
ik snuif jouw naam, als walm van goud | ik snuif jouw naam, als walm van goud | ||
+ | |||
Als nog maagd, zo zucht ik naar jou | Als nog maagd, zo zucht ik naar jou | ||
+ | |||
drijf mij van mijn plaats, haast mij naar jouw huis | drijf mij van mijn plaats, haast mij naar jouw huis | ||
+ | |||
Juich nu, zing om ons | Juich nu, zing om ons | ||
+ | |||
prijs uitzinnig, als Lazarus na wijn | prijs uitzinnig, als Lazarus na wijn | ||
+ | |||
ik was jong, maar wist van jou | ik was jong, maar wist van jou | ||
+ | |||
maar ik, maagd van Raaf, | maar ik, maagd van Raaf, | ||
+ | |||
zo zwart als ik, ik was zo zwart, zo mooi | zo zwart als ik, ik was zo zwart, zo mooi | ||
+ | |||
Als dat spanhuis van Kadar | Als dat spanhuis van Kadar | ||
+ | |||
als Salomons spanhuis | als Salomons spanhuis | ||
+ | |||
Ik, zo zwart als ik, minacht mij nooit | Ik, zo zwart als ik, minacht mij nooit | ||
+ | |||
mijn huid is zwart van zon | mijn huid is zwart van zon | ||
− | maar mama’s zoon was hard voor mij | + | |
− | hij dwong mij, hij sprak: zorg voor druif, zorg voor wijn, zorg voor tuin | + | maar mama’s zoon was hard voor mij |
+ | |||
+ | hij dwong mij, | ||
+ | hij sprak: zorg voor druif, zorg voor wijn, zorg voor tuin | ||
+ | |||
maar ik minacht mijn tuin | maar ik minacht mijn tuin | ||
+ | |||
krijs jouw antwoord nu tot mij, mijn schat, mijn vrucht | krijs jouw antwoord nu tot mij, mijn schat, mijn vrucht | ||
+ | |||
waar graast jouw kalf, waar graast jouw schaap? | waar graast jouw kalf, waar graast jouw schaap? | ||
+ | |||
Waar rust jouw kalf dan ’s middags? | Waar rust jouw kalf dan ’s middags? | ||
+ | |||
Ontdool mij! Ontdool mij! | Ontdool mij! Ontdool mij! | ||
+ | |||
langs zo’n vlucht van kalf, van lam, langs maat, kornuit, kompaan. | langs zo’n vlucht van kalf, van lam, langs maat, kornuit, kompaan. | ||
+ | |||
hij zong voor mij: | hij zong voor mij: | ||
+ | |||
gul aai ik jouw wang | gul aai ik jouw wang | ||
+ | |||
duur staal aan jouw hand | duur staal aan jouw hand | ||
+ | |||
praal schijnt van jouw hals | praal schijnt van jouw hals | ||
+ | |||
ik vorm wat puntig goud voor jou | ik vorm wat puntig goud voor jou | ||
− | maar fraai stuk hart, | + | |
− | mijn prachtig paard voor farao, | + | maar fraai stuk hart, |
+ | |||
+ | mijn prachtig paard voor farao, | ||
+ | |||
ontspoort jouw pad naar mij? | ontspoort jouw pad naar mij? | ||
+ | |||
volg dan mijn ram, mijn kalf, mijn lam | volg dan mijn ram, mijn kalf, mijn lam | ||
+ | |||
naar baan waar waakspul is | naar baan waar waakspul is | ||
+ | |||
gun daar dat rund wat rust. | gun daar dat rund wat rust. | ||
+ | |||
Nu lig jij daar, op jouw matras | Nu lig jij daar, op jouw matras | ||
+ | |||
mijn gras zingt vol van zin | mijn gras zingt vol van zin | ||
+ | |||
maar jij, mijn schat, mijn dot van hars, | maar jij, mijn schat, mijn dot van hars, | ||
+ | |||
jij slaapt aan mijn borst | jij slaapt aan mijn borst | ||
+ | |||
mijn bron, mijn oog, mijn lust, mijn bok | mijn bron, mijn oog, mijn lust, mijn bok | ||
+ | |||
maar jij, mijn schat, jij schminkt mij rood | maar jij, mijn schat, jij schminkt mij rood |
Huidige versie van 7 feb 2016 om 22:43
Kus mij toch, oh kust jouw mond mij toch
Jouw lust voor mij is duur zacht sap
jouw huid drupt langs mijn mond als fruit
ik snuif jouw naam, als walm van goud
Als nog maagd, zo zucht ik naar jou
drijf mij van mijn plaats, haast mij naar jouw huis
Juich nu, zing om ons
prijs uitzinnig, als Lazarus na wijn
ik was jong, maar wist van jou
maar ik, maagd van Raaf,
zo zwart als ik, ik was zo zwart, zo mooi
Als dat spanhuis van Kadar
als Salomons spanhuis
Ik, zo zwart als ik, minacht mij nooit
mijn huid is zwart van zon
maar mama’s zoon was hard voor mij
hij dwong mij, hij sprak: zorg voor druif, zorg voor wijn, zorg voor tuin
maar ik minacht mijn tuin
krijs jouw antwoord nu tot mij, mijn schat, mijn vrucht
waar graast jouw kalf, waar graast jouw schaap?
Waar rust jouw kalf dan ’s middags?
Ontdool mij! Ontdool mij!
langs zo’n vlucht van kalf, van lam, langs maat, kornuit, kompaan.
hij zong voor mij:
gul aai ik jouw wang
duur staal aan jouw hand
praal schijnt van jouw hals
ik vorm wat puntig goud voor jou
maar fraai stuk hart,
mijn prachtig paard voor farao,
ontspoort jouw pad naar mij?
volg dan mijn ram, mijn kalf, mijn lam
naar baan waar waakspul is
gun daar dat rund wat rust.
Nu lig jij daar, op jouw matras
mijn gras zingt vol van zin
maar jij, mijn schat, mijn dot van hars,
jij slaapt aan mijn borst
mijn bron, mijn oog, mijn lust, mijn bok
maar jij, mijn schat, jij schminkt mij rood