Reisverslag: verschil tussen versies

Uit Leapedia
Ga naar: navigatie, zoeken
 
(4 tussenliggende versies door dezelfde gebruiker niet weergegeven)
Regel 1: Regel 1:
[[Ik]] begeef me weer eens op glad [[ijs]]. Misschien ga ik deze keer wel heel hard op mijn [[bek]], of verzuip ik in het [[moeras]]. Goed, de [[Baron von Munchhausen]] wist ook hoe hij daar weer uit kwam, het zou mij ook moeten lukken. En zo niet, dan toch. Mijn [[dwarse kleuter]], mijn [[alter ego]], begeleidt bij het [[schrijven]] van deze [[tekst]]. Als een [[onwillig paard]] staat ze me bij op deze [[reis]]. Het is trouwens helemaal geen reis, ik zit gewoon [[thuis]] achter de [[computer]]. De [[kat]]ten lopen rond. Ik heb vier oosterse katten, waar ik vaak [[gesprek]]ken mee voer. Heel vaak [[praten]] ze terug. [[Geloof]] [[je]] me niet? Ik kan [[bewijsmateriaal]] [[opnemen]].   
+
[[Ik]] begeef me weer eens op glad [[ijs]]. Misschien ga ik deze keer wel heel hard op mijn [[bek]], of verzuip ik in het [[moeras]]. Goed, de [[Baron von Munchhausen]] wist ook hoe hij daar weer uit kwam, het zou mij ook moeten lukken. En zo niet, dan toch. Mijn [[dwarse kleuter]], mijn [[alter ego]], begeleidt bij het [[schrijven]] van deze [[tekst]]. Als een [[onwillig paard]] staat ze me bij op deze [[reis]]. Het is trouwens helemaal geen reis, ik zit gewoon [[thuis]] achter de [[computer]]. De [[kat]]ten lopen rond. Ik heb vier oosterse katten, waar ik vaak [[gesprek]]ken mee voer. Heel vaak [[praten]] ze terug. [[Geloof]] [[je]] me niet? Ik kan [[bewijsmateriaal]] [[opnemen]].  
 +
   
 
Het [[cynisch]]e [[commentaar]] tussendoor zal door mijzelf ingevoegd worden. Eigenlijk wil ik helemaal niet cynisch zijn, ik hou niet van [[hond]]en, maar zoals hier boven te lezen staat, ik ben meer een [[kattenmens]]. Een [[kattenvrouwtje]], dat klinkt wel [[gezellig]].  
 
Het [[cynisch]]e [[commentaar]] tussendoor zal door mijzelf ingevoegd worden. Eigenlijk wil ik helemaal niet cynisch zijn, ik hou niet van [[hond]]en, maar zoals hier boven te lezen staat, ik ben meer een [[kattenmens]]. Een [[kattenvrouwtje]], dat klinkt wel [[gezellig]].  
 +
 
Ik had een nestje jongen, vier stuks. De grootste heette [[Deus]] –fonetisch Dejoes dus en niet als het scheldwoord deus, maar Deus, ging [[dood]]. Dat betekent dat ik in dit schrijven niet op hulp van bovenaf meer kan rekenen. De kleinste heette [[Spruitje]]. Spruitje ging ook dood, dat betekent dat ik nooit meer spruitjes zal eten, uit respect voor mijn overleden poezewoesje. Toen bleven er nog twee kleintjes over. Die rotbeesten wilden zelf niet vreten, dus ik heb ze weken moeten voeren. Schept wel een band. [[Mens]] en [[dier]], een wonderlijke eeuwenoude [[relatie]]. Een van de twee overgebleven kittens, de zwarte, heet [[Rudolf]]. Rudolf, the rednoosed reindeer, lalalalalala-laaa, werd geboren met een rode [[neus]] en kreeg daarom haar (ja het is een vrouwtje, net als alle andere katten) naam. Zo’n rendiertje kan wel van pas komen op deze reis, die zoals gezegd, helemaal geen reis is. Wel jammer dan het bijna [[zomer]] is, en zo’n [[rendier]] zich vooral thuis voelt in de sneeuw.
 
Ik had een nestje jongen, vier stuks. De grootste heette [[Deus]] –fonetisch Dejoes dus en niet als het scheldwoord deus, maar Deus, ging [[dood]]. Dat betekent dat ik in dit schrijven niet op hulp van bovenaf meer kan rekenen. De kleinste heette [[Spruitje]]. Spruitje ging ook dood, dat betekent dat ik nooit meer spruitjes zal eten, uit respect voor mijn overleden poezewoesje. Toen bleven er nog twee kleintjes over. Die rotbeesten wilden zelf niet vreten, dus ik heb ze weken moeten voeren. Schept wel een band. [[Mens]] en [[dier]], een wonderlijke eeuwenoude [[relatie]]. Een van de twee overgebleven kittens, de zwarte, heet [[Rudolf]]. Rudolf, the rednoosed reindeer, lalalalalala-laaa, werd geboren met een rode [[neus]] en kreeg daarom haar (ja het is een vrouwtje, net als alle andere katten) naam. Zo’n rendiertje kan wel van pas komen op deze reis, die zoals gezegd, helemaal geen reis is. Wel jammer dan het bijna [[zomer]] is, en zo’n [[rendier]] zich vooral thuis voelt in de sneeuw.
 
Dan is er nog een kleintje, een grijze. Zij heet [[Mac Guyver]], naar de bekende ontsnapper van de [[tv]]. Geef haar een paperclipje en ze weet overal uit te ontsnappen. Als ik vast kom te zitten tijdens het schrijven, dan zal ik zal ik haar hulp inroepen. Bezoek vooral de [[Wikipedia]] pagina over Mac Gyver, en u bent weer helemaal bijgepraat over de wonderlijke kwaliteiten en eigenschappen van Mac Gyver.  
 
Dan is er nog een kleintje, een grijze. Zij heet [[Mac Guyver]], naar de bekende ontsnapper van de [[tv]]. Geef haar een paperclipje en ze weet overal uit te ontsnappen. Als ik vast kom te zitten tijdens het schrijven, dan zal ik zal ik haar hulp inroepen. Bezoek vooral de [[Wikipedia]] pagina over Mac Gyver, en u bent weer helemaal bijgepraat over de wonderlijke kwaliteiten en eigenschappen van Mac Gyver.  
 +
 
De moeder van de kleintjes is Mac Kenzie. Voluit heet ze: Look Meaau Mac Kenzie. Voor ik lastige vragen krijg: ik heb die onzinnige naam niet zelf bedacht hoor. We zijn een beetje boos op Mac Kenzie, ze heeft zomaar twee kittens laten doodgaan. Foei Kenzie, je bent een slechte moeder. [[Moord]]enaar. Ik kan haar inzetten als ik wat ongewenste personen op moet ruimen. Daarbij is ze zo ongelooflijk lelijk, en heeft ze zulke grote oren, dat ik vermoed dat ze eigenlijk de grote boze wolf is. Fijn als ik nog wat [[sprookjesfiguren]] wil introduceren. De dierenarts beweerde dat dat de kleintjes zulke grote oren hebben, omdat oren wel doorgroeien als kittens niet groeien. Nou vind ik de dierenarts heel aardig hoor, maar dit verhaal is natuurlijk onzin. ’t Is namelijk gewoon iets genetisch, een raskenmerk.  
 
De moeder van de kleintjes is Mac Kenzie. Voluit heet ze: Look Meaau Mac Kenzie. Voor ik lastige vragen krijg: ik heb die onzinnige naam niet zelf bedacht hoor. We zijn een beetje boos op Mac Kenzie, ze heeft zomaar twee kittens laten doodgaan. Foei Kenzie, je bent een slechte moeder. [[Moord]]enaar. Ik kan haar inzetten als ik wat ongewenste personen op moet ruimen. Daarbij is ze zo ongelooflijk lelijk, en heeft ze zulke grote oren, dat ik vermoed dat ze eigenlijk de grote boze wolf is. Fijn als ik nog wat [[sprookjesfiguren]] wil introduceren. De dierenarts beweerde dat dat de kleintjes zulke grote oren hebben, omdat oren wel doorgroeien als kittens niet groeien. Nou vind ik de dierenarts heel aardig hoor, maar dit verhaal is natuurlijk onzin. ’t Is namelijk gewoon iets genetisch, een raskenmerk.  
 
Dan, als laatste, is er nog een kat, [[Quick]]. Wanneer ik al te zeer vertraag in het schrijven, komt zij me aanmoedigen.  Eigenlijk is Quick helemaal niet zo snel, daarvoor is ze veel te oud. Ze heet Quick omdat haar zusje [[Flupke]] heette. Flupke was een echt flup, een onhandig troelaatje, een schijtluis, een [[angsthaas]]. Daarom was ze mijn [[vriendin]]netje, ik ben namelijk ook  een ongelooflijke angsthaas. Flupke is een kleine twee jaar geleden overleden, om Quick te troosten kochten we Mac Kenzie.  
 
Dan, als laatste, is er nog een kat, [[Quick]]. Wanneer ik al te zeer vertraag in het schrijven, komt zij me aanmoedigen.  Eigenlijk is Quick helemaal niet zo snel, daarvoor is ze veel te oud. Ze heet Quick omdat haar zusje [[Flupke]] heette. Flupke was een echt flup, een onhandig troelaatje, een schijtluis, een [[angsthaas]]. Daarom was ze mijn [[vriendin]]netje, ik ben namelijk ook  een ongelooflijke angsthaas. Flupke is een kleine twee jaar geleden overleden, om Quick te troosten kochten we Mac Kenzie.  
Regel 10: Regel 13:
 
De reis, die, en ik kan het niet genoeg benadrukken, in strikte zin geen reis is, zou 139 dagen moeten duren. Er waren namelijk ook 139 afleveringen van de televisie-serie Mac Guyver, en je moet je je nu eenmaal ergens op [[baseren]]. Het moet ook niet zomaar uit de lucht komen vallen, zomaar wat lukraak gekozen zijn. 139 dagen, dat is een kleine 20 weken. Het is nu week 21, 20 mei 2014. Shit, dat kan helemaal niet. Ik heb met een [[deadline]] te maken, en die is volgende week. Ik moet nog even zien hoe ik dat oplos, ik kom er later nog op terug. Of misschien nu wel direct. Ik dacht er net aan toen ik een boterham voor mezelf smeerde. Toch zou het wel mooi zijn. Met een beetje geluk ben ik net met dierendag terug, dat zal zeer toepasselijk zijn.  
 
De reis, die, en ik kan het niet genoeg benadrukken, in strikte zin geen reis is, zou 139 dagen moeten duren. Er waren namelijk ook 139 afleveringen van de televisie-serie Mac Guyver, en je moet je je nu eenmaal ergens op [[baseren]]. Het moet ook niet zomaar uit de lucht komen vallen, zomaar wat lukraak gekozen zijn. 139 dagen, dat is een kleine 20 weken. Het is nu week 21, 20 mei 2014. Shit, dat kan helemaal niet. Ik heb met een [[deadline]] te maken, en die is volgende week. Ik moet nog even zien hoe ik dat oplos, ik kom er later nog op terug. Of misschien nu wel direct. Ik dacht er net aan toen ik een boterham voor mezelf smeerde. Toch zou het wel mooi zijn. Met een beetje geluk ben ik net met dierendag terug, dat zal zeer toepasselijk zijn.  
 
Als het niet kan, dan kan het toch. Lekker puh.  
 
Als het niet kan, dan kan het toch. Lekker puh.  
 +
 
Als de [[boze stiefzusters]] van [[Assepoester]] nou gewoon beter hun best hadden gedaan, dan hadden ze gewoon dat glazen muiltje gepast. En dan hadden zij met de prins kunnen trouwen. Maar nee, dat was weer teveel moeite. ’t Is me nooit helemaal duidelijk geworden wat daar nou zo moeilijk aan was. Gewoon een beetje proppen, verdichten. Mooi woord, [[verdichting]].  
 
Als de [[boze stiefzusters]] van [[Assepoester]] nou gewoon beter hun best hadden gedaan, dan hadden ze gewoon dat glazen muiltje gepast. En dan hadden zij met de prins kunnen trouwen. Maar nee, dat was weer teveel moeite. ’t Is me nooit helemaal duidelijk geworden wat daar nou zo moeilijk aan was. Gewoon een beetje proppen, verdichten. Mooi woord, [[verdichting]].  
 
De Duitse versie van dit sprookje kent een andere afloop. Daar verraadt de [[duif]] dat de stiefzussen hun tenen hebben afgehakt om toch maar in het [[schoen]]tje te passen. Zo’n radicale houding bevalt me wel, past het niet? Dan toch. Die stomme duif had gewoon z’n bek moeten houden. De volgende keer als ik een duif zie, dan voer ik hem aan de katten. Vinden ze heerlijk, zo’n net overleden, nog wat warm beestje. Weet je wat ik ook niet snap, waarom kan Assepoester nou wel ineens in dat muiltje past, zonder enige inspanning? Omdat ze zo klein en fijn gebouwd is, zo ontzettend lief en popperig? En waarom moeten [[vrouw]]en eigenlijk klein zijn en kleine voetjes hebben? Ik vind het zelfs wat beledigend. Ik heb ook grote voeten, dus ik kan wel met die stiefzussen meevoelen. En dat ik grote voeten heb, dat komt alleen maar omdat ik ook groot ben. Omdat ik anders zou omwaaien bij een beetje wind. Nu sta ik tenminste stevig, mij maak je echt niet gek hoor.  Mijn dwarse kleuter heeft ook grote voeten, en ze is er nog trots op. Vijf jaar en al maat 35. Je moet maar ergens trots op zijn he? Een kinderschoen is gauw gevuld. Niet te flauw gaan doen nu, Lea.  
 
De Duitse versie van dit sprookje kent een andere afloop. Daar verraadt de [[duif]] dat de stiefzussen hun tenen hebben afgehakt om toch maar in het [[schoen]]tje te passen. Zo’n radicale houding bevalt me wel, past het niet? Dan toch. Die stomme duif had gewoon z’n bek moeten houden. De volgende keer als ik een duif zie, dan voer ik hem aan de katten. Vinden ze heerlijk, zo’n net overleden, nog wat warm beestje. Weet je wat ik ook niet snap, waarom kan Assepoester nou wel ineens in dat muiltje past, zonder enige inspanning? Omdat ze zo klein en fijn gebouwd is, zo ontzettend lief en popperig? En waarom moeten [[vrouw]]en eigenlijk klein zijn en kleine voetjes hebben? Ik vind het zelfs wat beledigend. Ik heb ook grote voeten, dus ik kan wel met die stiefzussen meevoelen. En dat ik grote voeten heb, dat komt alleen maar omdat ik ook groot ben. Omdat ik anders zou omwaaien bij een beetje wind. Nu sta ik tenminste stevig, mij maak je echt niet gek hoor.  Mijn dwarse kleuter heeft ook grote voeten, en ze is er nog trots op. Vijf jaar en al maat 35. Je moet maar ergens trots op zijn he? Een kinderschoen is gauw gevuld. Niet te flauw gaan doen nu, Lea.  
Regel 75: Regel 79:
  
 
Bedankt voor uw aandacht.
 
Bedankt voor uw aandacht.
 +
[[categorie:reizen]] [[categorie:katten]] [[categorie:dwarse kleuter]]

Huidige versie van 6 jul 2015 om 11:53

Ik begeef me weer eens op glad ijs. Misschien ga ik deze keer wel heel hard op mijn bek, of verzuip ik in het moeras. Goed, de Baron von Munchhausen wist ook hoe hij daar weer uit kwam, het zou mij ook moeten lukken. En zo niet, dan toch. Mijn dwarse kleuter, mijn alter ego, begeleidt bij het schrijven van deze tekst. Als een onwillig paard staat ze me bij op deze reis. Het is trouwens helemaal geen reis, ik zit gewoon thuis achter de computer. De katten lopen rond. Ik heb vier oosterse katten, waar ik vaak gesprekken mee voer. Heel vaak praten ze terug. Geloof je me niet? Ik kan bewijsmateriaal opnemen.

Het cynische commentaar tussendoor zal door mijzelf ingevoegd worden. Eigenlijk wil ik helemaal niet cynisch zijn, ik hou niet van honden, maar zoals hier boven te lezen staat, ik ben meer een kattenmens. Een kattenvrouwtje, dat klinkt wel gezellig.

Ik had een nestje jongen, vier stuks. De grootste heette Deus –fonetisch Dejoes dus en niet als het scheldwoord deus, maar Deus, ging dood. Dat betekent dat ik in dit schrijven niet op hulp van bovenaf meer kan rekenen. De kleinste heette Spruitje. Spruitje ging ook dood, dat betekent dat ik nooit meer spruitjes zal eten, uit respect voor mijn overleden poezewoesje. Toen bleven er nog twee kleintjes over. Die rotbeesten wilden zelf niet vreten, dus ik heb ze weken moeten voeren. Schept wel een band. Mens en dier, een wonderlijke eeuwenoude relatie. Een van de twee overgebleven kittens, de zwarte, heet Rudolf. Rudolf, the rednoosed reindeer, lalalalalala-laaa, werd geboren met een rode neus en kreeg daarom haar (ja het is een vrouwtje, net als alle andere katten) naam. Zo’n rendiertje kan wel van pas komen op deze reis, die zoals gezegd, helemaal geen reis is. Wel jammer dan het bijna zomer is, en zo’n rendier zich vooral thuis voelt in de sneeuw. Dan is er nog een kleintje, een grijze. Zij heet Mac Guyver, naar de bekende ontsnapper van de tv. Geef haar een paperclipje en ze weet overal uit te ontsnappen. Als ik vast kom te zitten tijdens het schrijven, dan zal ik zal ik haar hulp inroepen. Bezoek vooral de Wikipedia pagina over Mac Gyver, en u bent weer helemaal bijgepraat over de wonderlijke kwaliteiten en eigenschappen van Mac Gyver.

De moeder van de kleintjes is Mac Kenzie. Voluit heet ze: Look Meaau Mac Kenzie. Voor ik lastige vragen krijg: ik heb die onzinnige naam niet zelf bedacht hoor. We zijn een beetje boos op Mac Kenzie, ze heeft zomaar twee kittens laten doodgaan. Foei Kenzie, je bent een slechte moeder. Moordenaar. Ik kan haar inzetten als ik wat ongewenste personen op moet ruimen. Daarbij is ze zo ongelooflijk lelijk, en heeft ze zulke grote oren, dat ik vermoed dat ze eigenlijk de grote boze wolf is. Fijn als ik nog wat sprookjesfiguren wil introduceren. De dierenarts beweerde dat dat de kleintjes zulke grote oren hebben, omdat oren wel doorgroeien als kittens niet groeien. Nou vind ik de dierenarts heel aardig hoor, maar dit verhaal is natuurlijk onzin. ’t Is namelijk gewoon iets genetisch, een raskenmerk. Dan, als laatste, is er nog een kat, Quick. Wanneer ik al te zeer vertraag in het schrijven, komt zij me aanmoedigen. Eigenlijk is Quick helemaal niet zo snel, daarvoor is ze veel te oud. Ze heet Quick omdat haar zusje Flupke heette. Flupke was een echt flup, een onhandig troelaatje, een schijtluis, een angsthaas. Daarom was ze mijn vriendinnetje, ik ben namelijk ook een ongelooflijke angsthaas. Flupke is een kleine twee jaar geleden overleden, om Quick te troosten kochten we Mac Kenzie.

Zo, dat is het reisgenootschap. Vergeet ik nog iets? Ow ja. De wilde koe. Ik heet Lea. Soms wordt dat vertaald met Wilde koe. Waar die vertaling vandaan komt weet ik eigenlijk. Tien jaar geleden leerde ik Arabisch, en in ons boek was er een heel aardig meisje dat ons na aanleiding van haar avonturen Arabisch leerde. Ze heette Maha, dat is de Arabische equivalent van Lea. Jan Jaap, onze docent vertelde dat Maha Wilde Koe betekent. Het zou dus kunnen kloppen. Natuurlijk heb ik maar niet gezegd dat ik dat verhaal als eens had gehoord en dat Lea ook Wilde Koe kan betekenen. Ik hoef ook niet alles te vertellen he, en ik hoef ook niet het mikpunt van spot te worden. Voor je het weet is de vraag niet meer: Lea, kun je dat werkwoord determineren, maar Hé, Wilde Koe, vertaal dat eens even al loeiend. Dank je de koekoek, dat doen we dus niet.

De reis, die, en ik kan het niet genoeg benadrukken, in strikte zin geen reis is, zou 139 dagen moeten duren. Er waren namelijk ook 139 afleveringen van de televisie-serie Mac Guyver, en je moet je je nu eenmaal ergens op baseren. Het moet ook niet zomaar uit de lucht komen vallen, zomaar wat lukraak gekozen zijn. 139 dagen, dat is een kleine 20 weken. Het is nu week 21, 20 mei 2014. Shit, dat kan helemaal niet. Ik heb met een deadline te maken, en die is volgende week. Ik moet nog even zien hoe ik dat oplos, ik kom er later nog op terug. Of misschien nu wel direct. Ik dacht er net aan toen ik een boterham voor mezelf smeerde. Toch zou het wel mooi zijn. Met een beetje geluk ben ik net met dierendag terug, dat zal zeer toepasselijk zijn. Als het niet kan, dan kan het toch. Lekker puh.

Als de boze stiefzusters van Assepoester nou gewoon beter hun best hadden gedaan, dan hadden ze gewoon dat glazen muiltje gepast. En dan hadden zij met de prins kunnen trouwen. Maar nee, dat was weer teveel moeite. ’t Is me nooit helemaal duidelijk geworden wat daar nou zo moeilijk aan was. Gewoon een beetje proppen, verdichten. Mooi woord, verdichting. De Duitse versie van dit sprookje kent een andere afloop. Daar verraadt de duif dat de stiefzussen hun tenen hebben afgehakt om toch maar in het schoentje te passen. Zo’n radicale houding bevalt me wel, past het niet? Dan toch. Die stomme duif had gewoon z’n bek moeten houden. De volgende keer als ik een duif zie, dan voer ik hem aan de katten. Vinden ze heerlijk, zo’n net overleden, nog wat warm beestje. Weet je wat ik ook niet snap, waarom kan Assepoester nou wel ineens in dat muiltje past, zonder enige inspanning? Omdat ze zo klein en fijn gebouwd is, zo ontzettend lief en popperig? En waarom moeten vrouwen eigenlijk klein zijn en kleine voetjes hebben? Ik vind het zelfs wat beledigend. Ik heb ook grote voeten, dus ik kan wel met die stiefzussen meevoelen. En dat ik grote voeten heb, dat komt alleen maar omdat ik ook groot ben. Omdat ik anders zou omwaaien bij een beetje wind. Nu sta ik tenminste stevig, mij maak je echt niet gek hoor. Mijn dwarse kleuter heeft ook grote voeten, en ze is er nog trots op. Vijf jaar en al maat 35. Je moet maar ergens trots op zijn he? Een kinderschoen is gauw gevuld. Niet te flauw gaan doen nu, Lea.

Ik dwaal misschien een beetje af, maar ik vond deze uiteenzetting wel noodzakelijk. We moesten het nog over de reis hebben. De reis die geen reis is. Soms antwoorden mensen op de vraag naar de vakantiebestemming: balconia. Ze vinden dat heel grappig van zichzelf. Ik niet, ik kan er niet om lachen, ’t is te flauw voor woorden en ik heb ook geen balkon. Het valt in dezelfde categorie als: nee, mijn auto heeft geen airco, maar ik heb wel arko. Wanneer je daar niet op reageert, klinkt de volgende zin nog enthousiaster: Alle ramen kunnen open. A- R –K- O. Snap je die? Hahahaha. Ach man, val me niet lastig, neem nog een biertje en verdwijn. Geniet jij nog maar even na van deze briljante taalvondst, ik gun het je van harte. Ik hoop dat je er nog lang op kunt teren.

Andere taalvondsten vind ik dan weer wel leuk. Laatst kwam ik het woord zeugma tegen, meervoud: zeugmata, al zal ik zeugma’s ook wel goed rekenen. Een zeugma is een verbinding van zaken (werkwoordsvormen eigenlijk. Eigenlijk is een werkwoordsvorm geen zaak, maar ik nu ik het eenmaal zo neergezet heb, moet ik het laten staan) die niet bij elkaar horen. Aan de hand van enkele voorbeelden zal dit duidelijk worden. Hier komen ze (het commentaar hoort er trouwens niet bij, is er om u te behoeden voor een verkeerde interpretatie. Nou maakte ik daarnet zelf ook een foutje. Ik schreef behoeden tegen. Wel een beetje stom van mij, zeker in dit kader. Dit stukje is zeg maar voor de duidelijkheid, de volledigheid. Een kennis van me was nogal fan van het woord Volledig. Volledig, zo zei ze, is vol-ledig. Een mooie tegenspraak, daar moest ik haar gelijk in geven). :

Ik werd geslagen en tachtig. (tja, over dat eerste zal ik niets zeggen, en ik ben nog geen tachtig) Ik gaf over en jou een glas water. (gelukkig geef ik niet vaak over. Ik denk dat ik een sterke maag heb) Ik leg jou neer en een ei (daar is een fysieke onmogelijkheid, of ik zou de ovulatie ook moeten zien van een vorm van eieren leggen, maar dat gaat wel wat ver) Ik brak mijn been en een potje (gelukkig heb ik nog nooit mijn been gebroken) Hij schoot uit zijn slof en op haar (dit is verzonnen) Jij kweekt bloemen en begrip (dat zou waar kunnen zijn) Ik voer uit en de kat (heel toepasselijk bij dit paper. Wat hier ook wel weer leuk is, is dat Ik voer uit twee betekenissen zou kunnen hebben. Ik voer uit: ik doe iets. Of ik voer uit: ik verliet met mijn bootje de haven. Mijn vader heeft een zeilbootje, hij gaat wel eens met de boot erop uit, in de Biesbosch. Het bootje heeft geen zeil, mijn vader vaart altijd op de motor. Ik zou het beter een motorboot kunnen noemen, maar het blijft, in ieder geval al door de vorm, een zeilboot. Een zeilboot ligt ook meestal wat dieper in het water dan een motorboot, wat weleens onhandig kan zijn, omdat het water in de Biesbosch niet overal erg diep is. Op veel plekken is het ondiep. Vastlopen is een beetje onderdeel van het varen, ik denk dat je dat maar zo moet zien) Jij bleek een genie en ik mijn haar (nooit gedaan trouwens, dat haren bleken, al beginnen mensen wel op te merken dat ik toch wel wat grijs aan het worden ben. Als ik van kleur zou veranderen, dan zou ik denk ik wel voor een donkere kleur gaan, dat voelt wat natuurlijker) Ik las een bout jij een boek (ik heb ooit een las-instructie gehad, leuk man. En wat is de werkplaatsmeester toch een ontzettend aardige en geduldige man. Volgende keer wel zelf een elastiekje voor in je haar meenemen) Ik lik het ijs en breek het (ik hou niet zo van ijsjes, behalve waterijsjes met perensmaak. Het is lekker weer vandaag, misschien loop ik zo nog even naar de supermarkt voor een paar ijsjes. Weet je wat zo irritant is aan die ijsjes? Je moet ze zelf eerst nog invriezen. Geen directe behoeftebevrediging dus. Voor een volwassen vrouw, ik dus, hoeft dat geen probleem te zijn, maar je moet mijn dwarse kleuter eens horen: ik wil dat NU. Peren hebben ook zoiets vervelends. Heb je zin in een peer, is ie nog niet rijp. Dat is nou elke keer zo. Mijn schoonmoeder heeft daar iets op gevonden. Zij koopt een peer voor me, laat hem rijp worden, en als ik dan bij haar op visite ga, dan krijg ik een rijpe peer. Lief he). Hij knapte een uiltje en zij op (liever een uil, dan die vervloekte duiven, dat mag duidelijk zijn).

Leuk he? Ik moest er zelf zo enorm om lachen. In de beschrijving van het woord, één of ander lemma over stijlfiguren en –fouten, stond ook al dat de toepassing vaak erg humoristisch is. Enthousiast geworden, vertelde ik mijn studiegenootje Maud over deze vondst en noemde het voorbeeld: Ik gaf over en jou een glas water. Ze trok gelijk een vies gezicht, bah Lea. Wat nou? Ik gaf over in jouw glas water. Nee, dat zei ik niet. Dat lijkt me namelijk ook heel vies. Kots drijvend in een glas water. Ik zou nooit zulke vieze dingen zeggen. Mijn dwarse kleuter wel hoor, zeg maar een keer poepiesnotje en ze komt niet meer bij. Voor je het weet noemt ze iedereen poepiesnotje.

Ik moet eens een beetje gaan voortmaken, anders kom ik er nooit. Quick zat me ook al ongeduldig aan te kijken, al vermoed ik dat dat eerder was omdat ze graag wat te eten wil, dan om mij aan te moedigen om voort te maken. Op de andere katten hoef ik nu ook al niet te rekenen, die liggen weer eens lui in de zon. Jammer dat ze zo onbetrouwbaar zijn, die katten. Je kunt er gewoon geen afspraken mee maken. Ik heb mijn reisgenoten slecht gekozen, bedenk ik me nu. Misschien moet ik mijn aversie tegen honden eens aan de kant zetten. Honden zijn wel trouw en ze luisteren tenminste. In de Eerste Wereldoorlog speelden honden een grote rol, wist je dat? Paarden ook. Ik heb alleen een onwillig paard, en dat is mijn dwarse kleuter. Honden zijn wel dom vind ik. Ik had een tijdje een hond, die was eigenlijk van de buurvrouw, maar zij ging een paar maanden naar Australië. Die hond heette Rocky, best een cliché naam natuurlijk. Rocky had een pakje bouillonblokjes opgegeten. En toen had Rocky zoveel dorst, dat ie ineens zijn hele, beste wel grote, drinkbak had leeg geslobberd. Dat is natuurlijk vragen om problemen. Zoveel vocht ineens, dat kan de blaas niet aan. Met als gevolg, je raadt het al, hij had de hele vloer onder gepist. Nou lekker zeg. Gelukkig maar, dat er tegels in de hal liggen. En ok, die bouillonblokjes hadden daar helemaal niet moeten liggen. Maar wie bedenkt dat nou, je gaat toch niet iets opeten dat zo slecht voor je is en eigenlijk ook helemaal niet goed voor je is, dat is toch dubbelop? En kat zou dat nooit doen. Nee, ik blijf toch nog maar even bij mijn kattenvoorkeur. Even samenvatten, het reisgenootschap bestaat uit Mij. Ik ben de verteller. Ik ben een angsthaas, en soms een wilde koe. Ik kan een beetje spelen met die rollen. Mijn dwarse kleuter, het onwillige paard dus. Vier katten, met allemaal verschillende kwaliteiten.

We gaan te voet. Misschien is met de auto allemaal wel wat vlotter, en gezien de korte tijd ook aantrekkelijker, maar ik krijg het paard niet in de auto. En ik had besloten, aangemoedigd door de dwarse kleuter: wat niet gaat, gaat toch. Ons proviand: wortels voor het paard en voor mij, kip en visjes voor de katten. Een fles water voor de dorst. Flesje wijn voor ’s avonds. Ik hoop dat mijn dwarse kleuter niet weer de fles vindt, de vorige keer had ze stiekem een fles leeggedronken, en je raadt het al: straalbezopen. Toen was er echt geen land meer mee te bezeilen. Gelukkig hoeven we ook niet op het land te zeilen.

Het hoe en waarom van deze reis, daar ben ik nog niet helemaal uit. ’t Is geen geheim hoor, maar ik weet het gewoon niet. Ik zou kunnen zeggen dat het doel van de reis het reizen zelf is. Maar dat is het niet, ik wil wel ergens uit komen, ergens een bestemming vinden. Het is ook niet zo dat het doel van de reis ons samenzijn is. Dat klinkt zo vreselijk klef. Waarom kan ik nou alleen maar zeggen wat het niet is? Het lijkt verdorie wel negatieve theologie. God is niet dat, niet dit, niet zus of zo. Wat heb je daaraan? Op een gegeven moment kun je helemaal niets meer zeggen. Volgens mij word je er ook vreselijke chagrijnig van, alleen maar zeggen wat iets niet is. Een ander gevaar is dat je meent uit wat het niet is, wat het wel is te kunnen aflezen. Ik ben niet lief, ik ben stout. Het regent niet, dus het is droog. Ik lijd niet, dus ik ben gelukkig. De soep is niet vies, dus de soep is lekker. De betekenis is niet duidelijk, dus de betekenis is transcendent. De koe leeft niet, dus de koe bestaat niet. Wat je niet ziet bestaat niet, is een favoriete uitspraak van mijn dwarse kleuter. Nou probeer daar maar iets tegenin te brengen. Het doel van de reis is ook niet dat we er iets van leren. Daar zijn minder omslachtige wegen voor. Gewoon een boek open slaan en de kennis je hoofd in laten stromen. Ook op het gebied van de praktische kennis, of zelfs wel ethiek, is er niets te leren in deze reis. Hoeft ook niet, dat is allemaal al picobello in orde. Ik streef ook niet naar een verandering van de wereldorde, al zal de wereld er wel mooier uitzien als ik het voor het zeggen heb. Ik schaf direct de democratie af. Stom gelijkheidsdenken, alsof iedere stem even betrouwbaar en goed is. Nee, nee. Dan is het ook nog eens de week van de amateurskunst, dan mogen goedbedoelende luitjes hun kunstjes laten zien. Iedereen kan een aria zingen. Psssst: dat is helemaal niet waar. Het leek wel een of andere schorre heks daar op de tv. Blijf gewoon in je badkamer de volgende keer. Sorry, dat is cynisch. Eigenlijk moet ik die zin weghalen. Ik kom er nog wel uit hoor, hoe de reis gaat verlopen. Reisboeken genoeg. Plattegronden, pasje van de ANWB, moet lukken.

Toch best moeilijk allemaal. Wat heb ik nou eigenlijk allemaal gedaan?

Verband aanbrengen op basis van klank? Nee Onlogische verbanden? Ja Taal laten ontsporen? Weet ik niet. Relletje gesticht? Nee, maar dat komt vast nog. Onzin uitgekraamd? Ja. Filosofen opzettelijk mis-geïnterpreteerd? Hooguit in wat summiere verwijzingen. Met namen strooien? Genoeg namen, maar ik geloof niet dat de naam van mijn kat erg veel indruk maakt. Stijlbreuk? Ja, op een aantal plekken. Historische feiten ontkennen? Nee, tenzij Assepoester ook als historisch feit mag worden aangemerkt. De structuur geweld aandoen en een brei overhouden? Deels. Overbodige uitwijdingen, chlicématig taalgebruik, overdadig gebruik van tussenwerpselen: Ja. Paper geslaagd? Nee. Maar ik had wel lol tijdens het schrijven.

Misschien moet kunst wel over lol maken gaan en opgebouwd worden uit de beeldende variant van zeugmata. Dat zou nog eens wat zijn. Nu nog eens denken hoe dat er dan uitziet. Als kunst niet uit lol bestaat, dan is het tegendeel waar.

Droge toelichting: cynisch= honds Deus = God De twee hierboven zijn hoogstwaarschijnlijk overbodig. Onwillig paard: dank Plato. Het woord Epithuma is vrouwelijk, dat is vast niet voor niets. Gebruikte literatuur: Google en Wikipedia

Bedankt voor uw aandacht.