Rijtjes leren

Uit Leapedia
Ga naar: navigatie, zoeken

Welke vorm zullen we eens nemen.

Lang geleden. Mijn studievriend Peter kreeg de grammatica Hebreeuws niet onder de knie. Eigenlijk had hij er gewoon geen zin in. Aardig als ik ben besloot ik hem te helpen. Peter en ik gingen vaak wandelen, in de lange pauzes, of wanneer we even geen zin hadden om een college te volgen. Tijdens die wandelingen waren we vaak aan het zingen. Voor de lol. We maakte persiflages op de liederen van Johan de Heer. Voor wie Johan de Heer niet kent, vaak zijn het marsen, het Leger des Heils zingt ook uit die bundel, evenals bepaalde baptisten en evangelicalen. De teksten zijn zonder meer sentimenteel, het taalgebruik is oubollig, dat was het al toen het geschreven werd. Uitermate geschikt om er eens een flinke Rapapapam doorheen te roepen, of plots stil te staan en even plechtig te kijken. Goed, het werd tijd dat de rijtjes eens goed erin zouden komen, dus we gingen weer wandelen. De Qal qatal zat er al redelijk in. Nu nog de Yiqtol. Herhalen, marcheren. Yitqtol, tiqtol, yiqtelu,tiqtolna. Eqtol. Nee fout. Andere volgorde. Yiqtol, tiqtol, tiqtol, eqtol. Herhalen. Dit is alleen nog het enkelvoud. Stap door en zeg het op. Nog eens, ik heb tijd genoeg. En dan nog de hifil, hofal, hitpael etc. Maakt het uit wat je zegt, of wil je het ritme herkennen? Dreun de rijtjes op in de hoop iets van de taal te kunnen gaan herkennen. Je voorbarigheid – dit schema ken ik – gebruiken om iets te weten te komen? En trouwens, waarom nemen ze nu net zo’n raar woord QTL als paradigma. Het betekent doodslaan. Een taal leren op basis van een woord dat doodslaan betekent? Hmm.

Weeeeelk een vriend is onze Jezzzzuuus, die tralalalalala (rapapapapam rapapapapapapam) en yiqtol tiqtol etc.

Peter en ik hadden wel meer vreemde hobbies. Omdat Peter heel vaak heel erg gereformeerd was had hij vaak preken van evenzo gereformeerde dominees, geheel uitgesproken in ‘De tale Kanaäns’. Onze lol bestond erin te luisteren naar hoe zij teksten uit het nieuwe testament uitspraken. Vaak kon je horen dat ze geen bal snapten van de tekst. Ze ratelden maar wat op, in een onzinnig soort Nederlands. Omdat de Statenvertaling zogenaamd de grondteksten letterlijk volgt, volgt het ook de taalstructuur. Het Hebreeuws is wat dat betreft niet zo lastig, maar het Grieks heeft een wirwar aan bijzinnen. Leve de letterlijkheid.

Waar leggen we eigenlijk de nadruk op? Wat is het verschil tussen een hoefijzer en een horseshoe?

Nana, een van mijn cursisten toen ik nog taalles gaf, vroeg me vaak: wanneer doen we die weer? Die van Ik heb, jij hebt, hij heeft. Het was voor haar een grote opgave om Nederlands te leren, rijtjes kon ze wel. Voor Maggie was het makkelijker. Zij zong alles aan elkaar en was heel nieuwsgierig. Ze vroeg me naar de leestekens, die ik vervolgens uitlegde. Uitroepteken, vraagteken. ‘En als jullie echt indruk willen maken, dan roep je gewoon ineens: Aanhalingsteken!’


Ik kwam Maggie nog eens tegen in de bus, net vond ik een fragment tussen mijn teksten: In een van de dagen tussen kerst en oud en nieuw ga ik met mijn liefje wat eten in de stad. We nemen de bus terug. Terwijl ik plekje zoek hoor ik: teazjer, teazjer. Ik kijk om en zie iemand haast stuiteren op haar stoel: teazjer! ‘Maggie! Hey Maggie!’ Ik omhels haar, ik ben blij haar te zien. Ze stuitert nog steeds en vertelt en vraagt van alles door elkaar. ‘wat fijn dat je er nog bent, ik nog vaak aan je gedacht’ ‘Sjjjt. ja het is gelukt, we zijn nog bezig’ (niet iedereen hoeft te weten waar dit over gaat) ‘Wat goed te horen, ik ben zo blij voor je’. ‘Hoe is het met Nana’ ‘Nana is in Spanje. Ze gaat via Spanje’